Op deze pagina treft u vragen aan die
veel aan ons gesteld worden. Mocht u een andere vraag hebben neem dan
gerust contact met ons op via de mail aan info@bscmail.nl, of per telefoon
op 0850-290 521.
Is uw schip nog niet gecertificeerd en wilt u weten of dit noodzakelijk is? Via het stroomschema voor binnenvaartschepen welke (nog) niet gecertificeerd zijn kunt u zelf controleren of uw schip gecertificeerd moet worden.
In het document veelgestelde vragen certificering pleziervaartuigen hebben wij alle veelgestelde vragen en de antwoorden hierop voor u op een rijtje gezet.
Het document aanwijzingen en tips voor de veiligheidsinspectie bevat een opsomming van punten die tijdens de veiligheidsinspectie aan de orde kunnen komen, mits van toepassing op het scheepstype.
Voor open rondvaartboten is de Regeling Open rondvaartboten van kracht.
Voor deze specifieke groep schepen hebben wij het document
aanwijzingen en tips voor de veiligheidsinspectie ORVB ontwikkeld.
Het
keuren van bijvoorbeeld gasinstallaties, reddingsmiddelen etc. mag
alleen door erkende bedrijven uitgevoerd worden. Inspectie Leefomgeving
en Transport geeft deze erkenningen af en publiceert de erkende
bedrijven op hun website www.ilent.nl.
Op
de website van ILenT wordt u doorverwezen naar de website van het CESNI
met overzichten van erkende instanties voor het opmaken van
inbouwverklaringen voor bochtenaanwijzers, radar en AIS apparatuur. Deze
overzichten treft u ook hieronder aan:
-- Lijst van de volgens het CESNI toegelaten apparatuur (AIS, Bochtaanwijzers, Navigatieradarinstallaties, enz.)
-- Lijst van de volgens het CESNI erkende bedrijven voor het inbouwen of opmaken van de inbouwverklaringen.
In het document AIS verplichting binnenvaartschepen staat uitgelegd wanneer een binnenvaart AIS aan boord dient te hebben.
In de regelgeving is vastgelegd dat er een AIS transponder voorzien moet zijn van een typegoedkeur. De toegelaten AIS apparaten vindt u hier. Op dit moment bestaan er alleen klasse A transponders die voldoen aan deze norm. Meer informatie over AIS apparatuur vindt u in het document Automatic Identification Systeem (AIS).
Verbandtrommels aan boord van schepen dienen te voldoen aan de voorschriften van het Oranje Kruis. Voor meer informatie of wilt u precies weten wat de inhoud moet zijn van een verbandtrommel? Klik dan hier.
Een alarmrol beschrijft de rol per bemanningslid/functie in geval van noodsituaties. Per noodsituatie moet bij alle bemanningsleden bekend zijn wat zijn/haar positie en taak is in geval van een calamiteit. Dit kan per calamiteit verschillend zijn. De wijze van vastleggen kunt u zelf bepalen, ter inspiratie treft u een voorbeeld van een alarmrol aan die gebruikt kan worden voor een kleine rondvaartdagboot of een zeilend passagiersschip.
Ja, op vrijwel alle schepen hoort het bord redden drenkelingen aanwezig te zijn, met uitzondering van o.a. open rondvaartboten.
Een reddingsboeilicht is een drijvend voorwerp dat door een lijn met een reddingboei verbonden is. Bij contact met water zendt het reddingsboeilicht een lichtsignaal uit.
Vanaf
1-1-2020 is de overgangsbepaling m.b.t. geluidseisen van kracht voor
schepen met een CVOR en die gebouwd zijn voor 1-4-1976. Bij een
eerstvolgende certificaatverlenging moet er een geluidsmeting
plaatsvinden. Zie de volgende documenten voor meer informatie:
- Overgangsbepalingen 2020 ES-TRIN 2019-1
- Meten = weten; informatie en tips voor het uit laten voeren van de geluidsmeting
Op de website van het CESNI vindt u een overzicht van (vrijwel) alle motoren die ooit toegelaten zijn voor de binnenvaart.
Let
op: niet alle motoren mogen nu nog ingebouwd worden. In verordening
2016/1628 is vastgelegd welke motoren voor binnenvaartschepen zijn
toegestaan. Voor meer informatie over deze verordening verwijzen wij u
naar de website van de ILenT. Nieuwe motoren vanaf 19 kW moeten voorzien zijn van een inbouwverklaring van een erkende keuringsinstelling.
Een
Rijnvaartverklaringen worden afgegeven door het Kiwa en geeft het recht
te varen over vrijwel alle wateren van de EU-lidstaten en Zwitserland.
Om een Rijnvaartverklaring aan te kunnen vragen bij het Kiwa moet voldaan zijn aan de volgende voorwaarden:
- U bent eigenaar, mede-eigenaar of exploitant van het schip
-
U verricht vervoer van goederen of personen met een binnenschip tussen
twee punten gelegen, aan wateren genoemd in de Herziene
Rijnvaartakte
- U verricht vervoer van goederen of personen met een binnenschip op de Nederlandse binnenwateren.
Voor de binnenwateren zijn de volgende 2 types draagbare brandblussers toegestaan:
- ABC poeder blusser van tenminste 6kg
- AB sproeischuimblusser van tenminste 9L, mits er geen gas aan boord is.
De brandblussers dienen te voldoen aan de volgende normen: EN 3-7:2007
en EN 3-8:2007 en moeten geschikt zijn om elektrische installaties te
blussen tot 1000V. Tevens moet deze blusser vorstvrij zijn (-20 graden
celsius).
In aanvulling op het vereiste aantal brandblussers, mag u een CO2 blusser aan boord hebben. Deze zijn geschikt om elektra branden te blussen met weinig nevenschade. De inhoud van de CO2 blusser mag maximaal 1L per 15m³ ruimte bedragen, waarin deze is opgesteld.
De Branchenorm voor Inspectie en Onderhoud aan Rondhouten is opgesteld door schippers, keuringsinstanties en mastenmakers en is gericht op de dagelijkse praktijk aan boord. Het is geen keuringsinstructie, maar een hulpmiddel voor bemanningen. Het geeft antwoord op vragen als:
Werken volgens de branchenorm zal het risico op verrassingen en ongelukken verkleinen.
Een
houten mast kan niet zomaar vervangen worden door eens stalen mast. Met
een tekening en berekening moet aangetoond kunnen worden dat de nieuwe
stalen mast gelijkwaardig is aan een houten mast qua veiligheid,
daarnaast is het van belang dat het gewicht niet te veel afwijkt. Meer
informatie treft u aan in het document "Houten mast vervangen voor staal".
Voor
binnenvaartvissersschepen is er een certificaatplicht maar er zijn nog
geen voorschriften op grond waarvan een certificaat kan worden
afgegeven. Een binnenvaartvissersvaartuig is een vissersvaartuig als
deze ingeschreven staat in het visserijregister.
Een
binnenvaartvissersvaartuig kan ook gecertificeerd worden als drijvend
werktuig op grond van het ES-TRIN, hierbij kan geen gebruik gemaakt
worden van overgangsbepalingen. Als een binnenvaartvissersvaartuig
gecertificeerd wordt als drijvend werktuig wijzigt de functie van het
schip en daarmee ook de registratie in het visserijregister.
Gecertificeerde zeegaande vissersvaartuigen kunnen op de Nederlandse binnenwateren volstaan met de certificaten voor de zeevaart.